Kinderen met extra noden botsen soms op drempels. In dit deel vertel je over die drempels én hoe jouw kind geholpen kan worden. Wat werkt echt voor jouw kind? Denk aan hulpmiddelen, gewoontes, aanpassingen, communicatie, rustmomenten...
Redelijke aanpassingen
Wat heeft jouw kind nodig om goed te kunnen meedoen? (bril, hulpmiddel om te praten, iets om rustig te worden...)
Wat helpt jouw kind om zich beter te voelen en goed te kunnen werken? (denk aan vaste gewoontes, rustige plek, duidelijk stappenplan...)
Hoe leg je dingen het best uit aan jouw kind? (kort en duidelijk, met foto’s, stap voor stap...)
Thuis doen we dit zo: Kun je een concreet voorbeeld geven van hoe je dit thuis aanpakt?
Bijvoorbeeld: Hebben jullie een vaste en rustige plek voor huiswerk? Hoe praat je tegen je kind? Gebruik je korte zinnen of gebaren? Hoe ondersteun je je kind in moeilijke situaties?
Omgaan en omgeving creëren
Wat zorgt ervoor dat het lastig wordt voor jouw kind en hoe merk je dit aan hem/haar? (drukte, lawaai, nieuwe dingen...)
Wat helpt jouw kind om weer rustig te worden?
Wat moeten anderen nooit doen of zeggen tegen jouw kind? (Wat vindt hij/zij echt niet fijn?)
Waar voelt jouw kind zich het meest op zijn/haar gemak? (Thuis, in de natuur, bij een dier, op school...)
Zorg en ondersteuning
Wat helpt jouw kind als hij/zij het moeilijk heeft? (wat moet je doen of juist niet doen?)
Wat moeten mensen zeker weten die voor jouw kind zorgen? (thuis, op school, op kamp...)
Wat is voor jou als ouder belangrijk in de samenwerking met anderen?